Dit bericht heeft in de cobouw gestaan okt vorig jaar. Ook tennet wordt daarin genoemd:
Tussentijds beëindigen van aannemingsovereenkomst, kan dat zomaar?
Tussentijds beëindigen van aannemingsovereenkomst, kan dat zomaar?
In onze bouwpraktijk komt deze vraag de laatste tijd steeds vaker aan de orde. Zie ook de recente berichten in de Cobouw over hoofdaannemer Züblin die van het project Overhoeks is afgezet en Tennet die het miljoenencontract voor hoogspanningsleidingen met Heijmans en Europoles heeft beëindigd. Wat de reden daarvan is, vermelden de berichten niet. De vragen aan ons hebben vaak te maken met discussies over kostenstijgingen, al dan niet in verband met meerwerkverzoeken van de opdrachtgever.
Het korte antwoord op de vraag of dat zo maar kan is: ja, de opdrachtgever mag dat altijd.
Het juridische uitgangspunt
De wet, de UAV en UAV-GC geven opdrachtgevers het recht om de overeenkomst zonder reden op te zeggen. Maar daar zit voor de opdrachtgever wel een keerzijde aan. Hij moet (volgens de wet en UAV) dan namelijk aan de aannemer wel de restant aanneemsom betalen, minus diens besparingen omdat hij het werk niet af hoeft te maken en plus diens kosten, bijvoorbeeld omdat hij ook zijn onderaannemers op moet zeggen en af moet kopen op deze zelfde manier. Bij de UAV-GC gaat het net iets anders: de opdrachtgever moet de aanneemsom naar de stand van het werk betalen, plus 5% van de restant aanneemsom en plus diens kosten vanwege de opzegging.
Afwijken van de standaardbepalingen
Tot zover gaat het nog redelijk goed voor de aannemer. Maar dan komen de kleine lettertjes, de aanvullingen en afwijkingen in het contract en/of de algemene voorwaarden.
Opdrachtgevers bedingen namelijk vaak dat zij – als zij tussentijds opzeggen – de aannemer alleen maar hoeven te betalen wat het werk waard is op het moment van opzegging, volgens de overeengekomen termijnstaat. Dus niet (5% van) de restant aanneemsom en niet de kosten die de aannemer heeft vanwege de opzegging. De aannemer die heeft nagelaten om een vergelijkbare bepaling op te nemen in de contracten met zijn onderaannemers en leveranciers, komt dan lelijk knel te zitten. Hij kan hij de rechtmatige claims van zijn onderaannemers/leveranciers immers niet mee nemen in zijn claim op de opdrachtgever.
De aannemer kan bij zo’n afwijking alleen maar zijn toevlucht nemen tot de redelijkheid en billijkheid. Hij moet dan bewijzen dat de opdrachtgever onder de omstandigheden van dit specifieke geval, geen beroep kan doen op de afwijking. In de jurisprudentie zijn maar weinig voorbeelden te vinden dat zoiets lukt en dus is het veel verstandiger om niet akkoord te gaan met de afwijking, of die door te leggen naar alle onderaannemers en leveranciers. Tip: zelfs als de onderaannemers/leveranciers daarmee akkoord gaan, is het nog steeds verstandig om in het contract met de opdrachtgever vast te leggen dat kortingen, ontwerpkosten en andere kosten die over de hele aanneemsom gerekend zijn, vergoed moeten worden in geval van een tussentijdse opzegging.
Kostenverhogingen
Deze problematiek wordt nog actueler door de prijsopdrijvende ontwikkelingen in de bouw, de personeelstekorten, lage waterstanden en allerlei andere externe factoren. Ook hiervoor bevatten de wet, UAV en UAV-GC wel mogelijkheden die (soms) soelaas bieden aan de aannemer. Denk bijvoorbeeld aan par. 47 UAV voor kostenverhogende omstandigheden. Een beroep op die bepaling slaagt niet snel, maar kan op zich al voor een opdrachtgever een reden zijn om de overeenkomst op te zeggen, als hij geen risico wil lopen voor de rest van het werk.
NB: een opdrachtgever kan ook het risico op kostenverhogende omstandigheden uit proberen te sluiten. Of dat standhoudt is de vraag, met een simpel prijsvastbeding red je dat in ieder geval niet, maar dat is weer een andere juridische discussie