Die rendementsverbetering wordt voor een belangrijk deel ondersteund door One Brunel, een ondernemingsbrede, wereldwijde integratie van het IT-systeem van het bedrijf: kantoren werden met elkaar verbonden met als belangrijkste verandering dat iedere manager en indirecte werknemer kan zien wat een collega elders in de wereld bij Brunel doet en welke resultaten er worden geboekt. Een belangrijk voordeel is dat dubbelwerk wordt voorkomen, maar vooral dat de productiviteit op het hoofdkantoor inzichtelijk wordt en kan worden verbeterd. Het voorkomt dat ergens veel energie in wordt gestopt, zonder dat er een opdracht uitkomt. Dat kon voor 2010 niet of nauwelijks.
Het nieuwe systeem stelt Brunel in staat om de kosten goed in de hand te houden en tegelijkertijd commercieel voordeel te behalen.
Andringa werd begin december 2017 benoemd als opvolger van Jan Arie van Barneveld, die na 18 jaar aan het roer van de detacheerder te hebben gestaan ruimte maakte voor zijn opvolger en zitting nam in de raad van commissarissen. Andringa is afkomstig van het Amerikaanse uitzendconcern ManpowerGroup waar hij in zijn laatste functie president Noord Europa was met als standplaats Amsterdam.
Vrijdagochtend publiceerde het Amsterdamse bedrijf niet alleen kwartaalcijfers waaruit op alle niveaus plussen werden gemeld, maar ook een andere organisatiestructuur: waar eerder gerapporteerd werd op basis van activiteit en regio’s, werd vrijdag duidelijk dat dat verleden tijd is en plaats heeft gemaakt voor een regionale aanpak met vier regio's en de zogeheten 'rest van de wereld'. De Global Business is onder andere opgegaan in 'Australasia' en 'Middle-East & India'.
Daarmee is vanaf dit jaar niet meer in één oogopslag vast te stellen wat de resultaten bij de olie- en gasactiviteiten zijn. "We konden niet langer afhankelijk zijn van één branche. Die dominantie zorgde voor te veel uitslagen in de resultaten en daar doe je op den duur geen enkele stakeholder een genoegen mee. We kennen nu een veel bredere opzet die alleen maar breder wordt door een toenemende diversiteit", aldus de Brunel-CEO.
Brunel had de afgelopen jaren vooral te kampen met een terugval in de olie- en gassector. Met name bij projecten zat de klad er goed in, maar inmiddels tekent zich daar wel een herstel af. Die neergang hield vooral verband met de gedaalde olieprijs, waardoor het voor veel oliemaatschappijen als Exxon Mobil, Shell en Chevron niet rendabel genoeg was om boorprojecten te starten. Brunel levert hiervoor het benodigde personeel. Maar een afname in projecten had ook een daling in de vraag naar dit type personeel tot gevolg. En de vraag die er was, ging gepaard met de eis dat de kosten lager moesten liggen dan in het verleden.
De cijfers van Brunel bij de energietak zijn wat dat betreft illustratief: wat in 2010 nog Brunel Energy heette was in dat boekjaar goed voor een omzet van 473 miljoen euro, een jaar later was dit al 642 miljoen, een groei met 41 procent. Nog een jaar later, de olieprijs noteerde inmiddels dik boven de 100 dollar per vat, liep de omzet bij wat dat jaar Oil & Gas was gaan heten, op naar 853 miljoen euro. Het jaar erop liep de omzet zelfs op naar bijna 900 miljoen euro, op een groepsomzet van iets meer dan 1.280 miljoen euro. Daarmee was deze activiteit veruit de belangrijkste divisie bij Brunel. In 2014 tikte de divisie zelfs een omzet binnen van 982 miljoen euro.
Maar toen viel de olieprijs flink terug met koersen in 2015 en 2016 van stevig onder de 50 dollar. Brunel had bij Oil & Gas in 2015 nog een omzet van 814 miljoen euro, over 2016 was daar nog maar 447 miljoen euro van over, bijna een halvering. In 2017 was Oil & Gas omgedoopt in Brunel Global Business en weer bleek de omzet te zijn gedaald: 338 miljoen euro op een omzet van de groep van 790 miljoen euro. Daarmee was het omzetaandeel in het groepstotaal geslonken naar onder de 50 procent.
Brunel zag zich met een dergelijke omzettrend genoodzaakt zijn bakens te verzetten en om te zien naar alternatieven. Het bedrijf nam al onder leiding van Jan Arie van Barneveld, die bij de jaarvergadering van 2013 al zei dat de omzetdynamiek bij olie- en gasprojecten tot het verleden gingen behoren, diverse initiatieven, onder andere in de Verenigde Staten en in het mijnbouw-, marine- en farmasegment. Dat jaar startte Brunel met detacheringsactiviteiten in de mijnbouw in Canada, de VS en Australië. ”Daar is de business", zei Van Barneveld toentertijd. Maar ook in de farmasector in Canada, België en Zwitserland, waar het bedrijf toen net een paar maanden een kantoor had, werd aan de weg getimmerd.
“Het idee is: de klant volgen. Opdrachtgevers in bijvoorbeeld de automotivesector zitten natuurlijk niet alleen maar in Duitsland. Wat we voor een groot automerk in Duitsland doen, kunnen we ook in andere landen waar dat automerk actief is. We hebben in Duitsland bijvoorbeeld een zogeheten car test centre, waar door onze professionals tal van auto-onderdelen van grote automerken worden getest en uiteindelijk worden voorzien van een certificaat. Met deze expertise gaan we nu ook in de Verenigde Staten activiteiten in de automotivesector opzetten."
De inzet op diversiteit impliceert overigens niet dat het bedrijf alle disciplines omarmt waar het tegenaan loopt. Ten eerste moet de marge perspectief bieden en dus niet te laag liggen, ten tweede moet een domein passen. In 2013 keek het bestuur van de detacheerder bijvoorbeeld naar afvalverwerking. Dat was duidelijk te specifiek. Mining is dat ook, maar daar kan Brunel met zijn sterke netwerk prima mensen vinden die overweg kunnen met ingewikkelde mijnbouwmachines die in ondiepe aardlagen delfstoffen kunnen winnen. Regio's waar die mensen werken zijn te vinden zijn Zuid-oost Azië, de Verenigde Staten en Australië.