Vanaf 1 januari heeft Gilead de handen vrij om een eventueel overnamebod te doen op Galapagos. 'Maar we zijn nog niet benaderd geweest', aldus Onno Van De Stolpe, CEO van Galapagos
De standstillperiode die de twee na het sluiten van een samenwerking in 2015 hadden afgsproken, verloopt op oudejaarsavond.
Galapagos en Gilead kondigden precies twee jaar geleden een verregaande samenwerking aan over de verdere ontwikkeling van filgotinib, een middel om reumatoïde artritis en tal van andere ontstekingsziektes te behandelen.
Galapagos kreeg daarvoor meteen een licentiebetaling van 300 miljoen dollar. Daarbovenop legde Gilead nog eens 425 miljoen dollar kapitaal op tafel waarmee het een belang van 15 procent in Galapagos opbouwde. Door recente kapitaalverhogingen is dat belang intussen licht verwaterd tot 13,27 procent.
Destijds spraken Gilead en Galapagos af dat het Amerikaanse bedrijf zijn aandelen gedurende een bepaalde periode niet mocht verkopen, en dat het zijn belang niet verder mocht uitbreiden. De Galapagos-topman Onno Van De Stolpe heeft nooit willen zeggen wanneer die periode afloopt, maar bekent nu in een persbericht toch kleur.
De zogeheten lock-up en standstillperiode loopt af op oudejaarsavond. Gilead krijgt dus vanaf 1 januari vrij spel, wat Van De Stolpe nerveus moet maken. Zijn grote vrees is namelijk dat Gilead een overnamebod op 'zijn' bedrijf zou lanceren, wat vanaf 1 januari via de regeling perfect mogelijk is. Van De Stolpe zelf houdt daar al enige tijd rekening mee. 'Ik kan me voorstellen dat er zaken zijn die Gilead niet lekker zitten. En ze kunnen ook rekenen', zei hij eerder.
Maakt het einde van de standstill u nerveus?
Onno Van De Stolpe (CEO Galapagos): Het is een zorg dat het de komende jaren gaat gebeuren. Het is niet de eerste keer dat ik dat zeg. Er zijn namelijk wel enkele zaken in de deal die Gilead waarschijnlijk niet lekker zitten.
Wat bedoelt u daarmee?
De financiële voorwaarden van het akkoord zijn natuurlijk zeer gunstig voor ons. Voor Gilead is het een dure deal. We hebben zicht op nog honderden mijlpaalbetalingen en we krijgen 20 à 30 procent van de omzet die Gilead met Filgotinib haalt. Dat gaat bij hen rechtstreeks van de winst af. Bij een overname verloopt alles via de balans. Er zal daar in Californië ook wel eens gerekend worden. We hebben bovendien een co-promotie van Filgotinib in acht Europese landen onderhandeld. We willen ook een commerciële organisatie uitbouwen. Dat ligt, denk ik, wel lastig voor hen.
Vreest u dat er snel een overnamebod op tafel zal liggen?
Ik weet het niet. Gilead laat natuurlijk niet in zijn kaarten kijken. Voor alle duidelijkheid: we zijn nog niet benaderd geweest. Gilead heeft dit jaar Kite Pharma, een bedrijf in oncologie, overgenomen (voor 12 miljard dollar). Ze hebben zeker nog voldoende cash (41 miljard dollar eind september) om zich aan iets nieuws te wagen, maar ik denk ze het momenteel druk hebben om het bedrijf te integreren.
Dus een eventueel bod zal niet voor 2018 zijn?
Dat heb ik niet gezegd.
Of zal Gilead wachten met een move tot de resultaten van de laatste patiëntenstudie voor Filgotinib?
Je zou dat kunnen verwachten. Het risico voor Gilead zou dan lager zijn, en ze zullen tegen dan meer zicht hebben op resultaten van gelijkaardige medicijnen in ontwikkeling en dus op de concurrentiepositie van Filgotinib. Dus voorlopig is een bod misschien nog niet aan de orde. Ik weet het niet.
U zei ooit er alles aan te doen om Gilead af te houden. Hebt u de voorbije twee jaren zaken verwezenlijkt om hen af te schrikken?
Ik denk dat we aantrekkelijker zijn geworden voor Gilead. Ze hebben ons beter leren kennen. We zijn niet meer dat onbekende clubje uit België. We hebben sindsdien niet enkel over filgotinib maar ook over andere onderzoeksprogramma’s gepraat. Onder andere over GLPG 1690 (middel tegen de dodelijke longziekte IPF). We hebben meerdere zaken die bij hen zouden passen.
Is het een mogelijkheid om een aandeelhouderspact in de steigers te zetten om een bod af te houden? De Nederlandse familie Van Herk bijvoorbeeld heeft een belang van 6,6 procent.
‘Dat is lastig. En uiteindelijk als aandeelhouders en zeker grote investeringsfondsen een premie van 50 procent of meer kunnen incasseren, zullen ze dat niet laten liggen. Uiteindelijk zullen investeerders doen wat best is voor hun rendement en bonus.
Bron: De Tijd
Advertentie