De bouw trekt zich weinig aan van fundamentele adviezen die instortingen moeten voorkomen. Dat blijkt uit onderzoek van Cobouw naar elf jaar Onderzoeksraad voor Veiligheid. “De gamechangers blijven uit.”
Van vallende gevelplaten tot een ingestort voetbalstadion in aanbouw. Van Rotterdam tot Enschede. Voor de bouwsector is de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) allang geen vreemde meer.
Sinds de oprichting in 2005 onderzocht de OVV zeven vergelijkbare ‘bouwdrama’s (zie kader onderaan). Lessen trekken en herhaling voorkomen zijn de hoofddoelen. Uit een analyse van Cobouw blijkt echter dat de bouwsector adviezen van de OVV stelselmatig naast zich neerlegt.
Ze nuanceren: “Over het algemeen betreft het in de bouw grote vraagstukken die niet ‘over night’ zijn opgelost, maar er mag wel een tandje bij in deze sector. We hebben het hier wel over Nederland en niet over een ontwikkelingsland, waar het misschien normaler is dat gebouwen instorten.”
Luchtvaart minder ingewikkeld dan bouw
Een circus van vakmensen en leveranciers dat komt en gaat. Van “grote bouwbedrijven die kleinere partijen inhuren, waardoor het aansprakelijkheidsvraagstuk steeds diffuser wordt.”
Ondanks herhaaldelijke waarschuwingen van de Onderzoeksraad is die praktijk nog altijd aan de orde van de dag: de versnippering als ongewenste broedplaats voor ongelukken.
“De bouw is zo gefragmenteerd. Altijd hebben we te maken met situaties waarbij pas na lang onderzoek duidelijk wordt wie waar verantwoordelijk voor is. Zelfs in de luchtvaart en in de chemische industrie is het minder complex dan in de bouw”, duiden de twee raadsleden van de Onderzoeksraad.
Ook bij de ingestorte parkeergarage bij het vliegveld van Eindhoven was het voor de Onderzoeksraad zoeken geblazen wie precies waar over gaat. “Dat helpt niet.”
Op een aantal richtlijnen en veiligheidsconvenanten na, en individuele bedrijven die wel degelijk processen beter in kaart brengen, signaleert ook de onderzoeksraad dat de bouw als sector te weinig doet met haar aanbevelingen.
Twijfels over ‘zoveelste’ bouwonderzoek
Om die reden twijfelde de OVV afgelopen zomer zelfs om het ongeval in Eindhoven te onderzoeken. De raad had net gerapporteerd over het ongeval met het oude ministeriegebouw in Den Haag, en de inkt van het rapport over het kraanongeval in Alphen aan den Rijn was nog maar nauwelijks opgedroogd.
“Serieus hebben wij bij Eindhoven nagedacht over de vraag of een nieuw bouwonderzoek de maatschappij iets zou kunnen opleveren.”
In ontwikkelingslanden zijn instortingen normaal, hier niet
Uiteindelijk besloot de OVV toch uit te rukken. Het instorten van de verdiepingsvloer, terwijl het gebouw al klaar was, werd aangemerkt als een “onwaarschijnlijk ongeval”.
“Het gaat hier niet om domme pech, maar om een structureel tekort aan veiligheid, denken wij. Het is een wonder dat er geen slachtoffers waren. Bij dit ongeluk kwam veel geluk kijken, het is puur toeval dat er geen puin op voorbijgangers is terechtgekomen.”
De raadsleden van de Onderzoeksraad benadrukken dat de bouwsector, anders dan andere sectoren, zoals rail, luchtvaart en scheepvaart, tot 2005 relatief weinig ervaring had met onderzoek naar ongevallen.
Wennen aan nieuwe ‘gasten’ op de bouwplaats
“Waarom de bouw nog relatief weinig doet met onze aanbevelingen? Ik denk dat de sector aan onze aanwezigheid moet wennen, zoals wij aan de bouw moeten wennen. Ook voor ons heeft het best lang geduurd, voordat wij de sector leerden kennen. Het is ook best bijzonder dat wij onderzoek doen met publiek geld in een private sector. ”
In de bouw bestaat volgens de Onderzoeksraad ook nog altijd verwarring over de taken en bevoegdheden. “Bouwers denken nog weleens dat we op zoek gaan naar schuldigen, maar nadrukkelijk gaat het daar niet over. Wij doen onderzoek naar de achterliggende oorzaken van voorvallen en trekken daar lessen uit.”
En als de Onderzoeksraad klaar is, gaat de sector vaak over tot de orde van de dag. “Mooi rapport”, horen we dan, “mooie lessen voor alle partijen”, “met elkaar gaan we ermee aan de slag”, maar wij zien, ondanks de verbeteringen die er zijn, bij individuele bedrijven en in de sector, dezelfde problemen soms terugkeren.”
Onderzoeksraad geeft de moed niet op
“Een lange adem is nodig”, om de veiligheid in de bouwsector te verbeteren, stelt de Onderzoeksraad. Daarom is het ook ergens goed voor dat wij überhaupt op eerdere aanbevelingen kunnen terugkomen.”
De twee willen kwijt dat de veiligheid in de sector, “zonder meer” omhoog is gegaan in de afgelopen elf jaar. “Op allerlei fronten neemt de bouw haar verantwoordelijkheid, met codes en richtlijnen, maar je hoopt een keer dat het verder gaat dan dat. Een governance code voor veiligheid is prachtig, maar volgens ons kan een brancheorganisatie meer doen. De echte gamechangers blijven uit.”
Een hele risicovolle sector willen ze de bouw dan ook niet noemen. “Maar we vragen wel nadrukkelijk aandacht om de veiligheid van de omgeving beter te organiseren. Onze laatste rapporten leggen daar ook de nadruk op. Mensen eromheen hebben niet om ongevallen gevraagd.”
“Regels afdwingen is niet onze taak”
Na het ongeval in Eindhoven besloten de opdrachtgever en de hoofdaannemer (BAM) zelf ook op onderzoek uit te gaan. De Onderzoeksraad voor Veiligheid juicht dat toe. Het toont volgens de Onderzoeksraad dat de bouwsector wel stappen wil maken.
De Onderzoeksraad zal die onderzoeken ook meenemen in het eindrapport over het ‘drama’ van Eindhoven Airport, dat naar verwachting in de zomer van 2018 het licht ziet.
Hal Onderzoeksraad
De Onderzoeksraad besluit dat de bouw voorlopig nog niet van ze af is. “Dit moet geen defaitisme worden, zo van, we kunnen het toch niet oplossen. Het nut van de Onderzoeksraad? Regels afdwingen is niet onze taak. Wij moeten het hebben van de gezaghebbendheid van onze studies. Maar dat het beter moet in de bouw is zeker. Met als centrale punt dat de verantwoordelijkheid in de bouw beter georganiseerd moet worden, want die raakt namelijk gemakkelijk zoek.”
Niemand wil ongelukken
Ongevallen in de bouw voorkomen, kan dat eigenlijk wel? Al honderden jaren gebeurt dat, waar gehakt wordt vallen spaanders. “Een risicoloos Nederland bestaat niet, maar vermijdbare ongevallen moeten we zo veel mogelijk zien te beperken.”
Voor de individuele bedrijven die de veiligheidscultuur wel aanscherpten, heeft de raad veel respect en waardering. “De betrokkenheid van bouwers na een ongeval is als wij op bezoek komen over het algemeen groot. In de bouw werken veel mensen die al hun hele leven in de bouw actief zijn. Echte bouwers willen iets moois neerzetten voor de eeuwigheid en willen geen dingen maken die instorten.”
Zorgen over privatisering bouwtoezicht
Om het aansprakelijkheidsvraagstuk te verbeteren, wordt er in Den Haag al langer nagedacht over nieuwe regels. Een voorstel van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, die de aansprakelijkheid bij opleverfouten en ongevallen vergroot richting de markt, strandde afgelopen zomer in de Eerste Kamer. De OVV verwacht dat deze wet, waarbij private partijen de toezichtstaak van gemeenten overnemen, weer terugkomt op de politieke agenda.
“Daar maken wij ons zorgen over. Als de wet doorgaat, moet de bouwsector wel laten zien dat het die verantwoordelijkheid aan kan.”