Volgens onderzoek van advieskantoor Deloitte zullen op korte termijn twee van de zes grote verzekeraars verdwijnen. Verzekeraars zijn te klein, te veel met kosten bezig, en lopen achter met digitale ontwikkelingen.
De verzekeraars zitten in zwaar weer; DNB noemt ze in een dinsdag verschenen rapport (samen met de pensioenfondsen) het grootste risico voor de Nederlandse financiële stabiliteit. Met andere woorden, er moet daar veel gebeuren.
Rentespook
De grote oorzaak van de zorgen over verzekeraars is de lage rente. En de rente blijft nog heel lang erg laag, waarschuwde bankpresident Klaas Knot gisteren. Dat is niet alleen een probleem voor banken en pensioenfondsen, maar ook voor levensverzekeraars.
Lage rente maakt de langlopende verplichtingen duurder, terwijl de beleggingen die er tegenover staan juist in waarde dalen. Ook tast het de solvabiliteit aan, de kapitaalbuffers, waardoor de financiële positie van verzekeraars is verslechterd.
Renterisico's kun je gedeeltelijk afdekken met rentederivaten. Maar de prijzen voor dat soort verzekeringen zijn gestegen door die alsmaar dalende rente en de stijgende vraag om dit af te dekken.
Weggejaagd
Daarnaast hebben verzekeraars last van een veranderde markt. De vraag naar levensverzekeringen daalt al jaren, en de woekerpolisaffaire heeft veel mensen weggejaagd.
Ook is het kommer en kwel bij de schadetak. Door de grote concurrentie zijn de marges krap. Door extreem weer en klimaatverandering hebben verzekeraars veel meer geld moeten uitkeren. En autoschadeverzekeringen zijn voor veel verzekeraars een verliespost geworden.
Verzekeraars hebben doorgaans wel een langere horizon door langlopende contracten, dus van paniek is geen sprake, maar men knijpt hem wel. Er staat nog geen verzekeraar op omvallen, maar de situatie is moeilijk.
Buffer
Bij dat alles komt nog dat de toezichteisen en kapitaalvereisten voor verzekeraars zijn aangescherpt. De solvabiliteitsratio, de mate waarin aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan, ligt voor de meeste verzekeraars boven de 175 procent, maar Aegon en Delta Lloyd schoten daar eerder dit jaar een stuk onder.
Met een zwakkere financiële basis is de kans op ongelukken groter. Verzekeraars, banken en pensioenfondsen zijn nauw met elkaar verweven. Als zich dan een calamiteit of een crisis voordoet, kan een verzekeraar zomaar omvallen, met grote gevolgen voor het hele financiële stelsel.
DNB en het ministerie van Financiën werken daarom aan wetgeving om een faillissement voor te zijn, en als het onverhoopt gebeurt de gevolgen te beperken.
Samengevat bestaan de zorgen van verzekeraars uit de lage rente, een zwaarder toezichtregime, concurrentie, het kwakkelende schadebedrijf en een opdrogend levenbedrijf. Consolidatie, een overname of fusie kunnen de problemen deels oplossen, maar er moet ook nog het nodige gebeuren in de manier waarop verzekeraars opereren. De digitalisering moet nog een hele weg afleggen.