’Farma-industrie is geen boevenbende’
39 min geleden René Steenhorst
OSS - ’De geneesmiddelenindustrie wordt ten onrechte afgeschilderd als een gecorrumpeerde boevenbende.’
Dat stelt farmaceutisch arts, dr. Henk Jan Out, tot vorig jaar bijzonder hoogleraar farmaceutische geneeskunde aan het Radboudumc in Nijmegen. Dinsdag verschijnt zijn op z’n zachtst gezegd opmerkelijke boek ’Leve het Geneesmiddel!’ Daarmee wil Out tegenwicht bieden aan het, wat hij noemt, ,,farma-bashen dat inmiddels een nationale sport is geworden.”
Critici beschuldigen medicijnfabrikanten al jaren van onder meer woekerwinsten door het onnodig hoog houden van geneesmiddelenprijzen, omvangrijke manipulatie met onderzoeksgegevens over de ruggen van patiënten, zelfs het in de markt zetten van riskante medicamenten, belangenverstrengeling, massale omkoping van artsen en politici en misleidende marketing, etcetera. Kortom, maffiapraktijken.
,,Maar”, zo stelt Out, in zijn ruim 270 bladzijden tellende controversiële pleidooi, waarin hij ’de zorgvuldige kant’ van de industrie wil tonen: ,,Miljoenen mensen wereldwijd danken hun gezondheid of leven aan medicijnen die deze sector heeft voortbracht. Maar dat hoor je nauwelijks terug in de kritiek.” En: ,,Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die vindt dat onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen niet nodig is. We zijn met zijn allen overtuigd van de maatschappelijke zin en noodzaak om nieuwe moleculen te ontdekken om ziekten te bestrijden.” Henk Jan Out schroomt dan ook niet te verkondigen dat de geneesmiddelensector ,,veel heeft bijgedragen aan de volksgezondheid.”
Imagoprobleem
Out, voormalig hoofd klinische ontwikkeling van Organon die meer dan 20 jaar bij verschillende grote internationale farmaceutische bedrijven werkte, erkent: ,,Er worden zeker fouten gemaakt, maar noem mij de sector waar dat niet gebeurt?! De farmaceutische branche zou beslist opener moeten zijn en proactief moeten meewerken om op basis van eerlijkheid zichzelf te ontdoen van het zeer slechte imago waarmee zij al te lang kampt. En dat zij niet verdient. Maar, absoluut waar: er is beslist een ernstig imagoprobleem.”
Het gaat Henk Jan Out (tevens voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Farmaceutische Geneeskunde, NVFG) te ver om alle farmaceutische medewerkers over één kam te scheren. In zijn boek stelt hij: ,,Zijn al die consciëntieuze wetenschappers uit de industrie, die nieuwe geneesmiddelen proberen te ontdekken, misdadigers? Hoe is het mogelijk dat artsen zo veel geneesmiddelen voorschrijven aan patiënten als de producenten gecorrumpeerde boeven zijn? Worden we zo massaal misleid? Zijn al die hoogopgeleide academici willoze slachtoffers van agressieve farma-marketing? Natuurlijk niet!”
Verdienen
En de gemeenschappelijke aversie tegen de farma-industrie analyserend: ,,Die lijkt gebaseerd op het onbehagen dat we hebben wanneer commerciële elementen in de zorg hun intrede doen. Ofwel: ’Farmaceuten verdienen grof geld aan doodzieke patiënten die hun pillen wel moeten slikken. En zorgverzekeraars hebben winstmotieven waardoor premies veel te hoog zijn, is de redenering. Opvallend is dat andere partijen in de zorg, die ook geld verdienen aan ziekte, zoals ziekenhuizen en artsen, veel minder aan deze kritiek onderhevig zijn.”
Zich bewust zijnd van de kritiek die vanaf nu op hem zal neerdalen, schrijft de farmaceutisch arts: ,,Sommigen vinden dat ik een lobbyist ben voor de industrie en haken om die reden alleen al af een discussie met me aan te gaan. Het is de makkelijkste manier om je gelijk binnen te halen: de ander afschilderen als iemand met belangenconflicten en daarmee dus een ongeloofwaardige gesprekspartner.”