Rijkswaterstaat en bouwsector lanceren nieuwe werkwijze om 'vechtcontracten' uit te bannen
Arend Clahsen
Vandaag, 14:00
Update: vandaag, 15:07
Rijkswaterstaat en zijn belangrijkste partners in de bouw willen af van de 'zogenoemde' vechtcontracten bij grote infrastructuurprojecten. Ze hebben vandaag gezamenlijk een nieuwe marktvisie gepubliceerd waarin zij zich verbinden aan een aantal algemene uitgangspunten om zaken met elkaar te doen. Het doel is te voorkomen dat bouwers voor een bodemprijs intekenen op projecten en er vervolgens conflicten ontstaan zodra er kostenoverschrijdingen zijn of zich tegenslagen voordoen.
De nieuwe Botlekbrug bij Rotterdam (foto: HH)
Een voorbeeld van zo’n vechtcontract — waar vorige week via arbitrage een schikking over werd bereikt — is de verbreding van de A15 en de aanleg van de nieuwe Botlekbrug bij Rotterdam. Het consortium van Ballast Nedam, Strukton en Strabag dat de opdracht uitvoerde, heeft eerder voor €318 mln aan verliezen gemeld op het project. Zowel Ballast Nedam als Strukton kwam vorig jaar financieel ernstig in de problemen. Volgens de bouwers onder meer omdat er te veel risico’s bij de bouwers waren komen te liggen. In de slepende zaak is vorige week overeengekomen dat Rijkswaterstaat een deel van deze verliezen voor eigen rekening neemt.
Nieuwe omgangsvormen
De bedoeling is dat de nieuwe omgangsvormen tussen Rijkswaterstaat en de bouwsector de kans op soortgelijke patstellingen en conflictsituaties voorkomen. Het afgelopen jaar is er intensief overleg gevoerd tussen Rijkswaterstaat en brancheorganisaties Bouwend Nederland, NLIngenieurs, de Vereniging van Waterbouwers, MKB Infra, Uneto VNI en Astrin. Daarnaast is er inbreng geweest van spoorbeheerder ProRail.
De marktvisie is vanmiddag gepresenteerd tijdens de opening van de Bouwcampus in Delft, een nieuwe instelling die samenwerking en innovatie in de bouw moet stimuleren. Het document beschrijft algemene uitgangspunten. Concrete acties die de nieuwe werkwijze moeten borgen, moeten bij de partijen intern en bij actuele projecten vorm krijgen. Continu zal de vinger aan de pols worden gehouden of die nieuwe aanpak de komende jaren echt ingebed raakt.
Andere aanpak Zuidasdok
Medio vorig jaar gaf directeur-generaal Jan-Hendrik Dronkers van Rijkswaterstaat al aan dat hij indien nodig voor een andere aanpak wilde kiezen bij de aanbesteding van grote complexe projecten. Dat gebeurt onder meer al bij de aanbesteding van het Zuidasdok bij Amsterdam. De twee consortia die hiervoor in de markt zijn, mogen niet bieden onder een bepaalde minimumprijs en worden straks per maand betaald, in plaats van pas na oplevering van het project. Daarnaast neemt de overheid het risico op het verkrijgen van de benodigde vergunningen over.
In de nieuwe marktvisie, geschreven in de wij-vorm, wordt aangestipt dat publiek-private samenwerking een belangrijke rol heeft gespeeld en zal spelen in de inrichting van de krappe ruimte die er in Nederland is. ‘Er zijn de afgelopen jaren echter verstoringen in de publiek-private balans ontstaan die reden zijn om dit traject met elkaar te starten. Om te beginnen de ontwikkelingen in de bouwsector zelf. Gedurende de afgelopen jaren, waarin Nederland te maken had met de economische crisis, bleek dat de marktspanning leidt tot veel te lage inschrijvingen en veel gedoe rond infrastructurele werken. Door projectoverschrijdingen, verliezen en verkeerde verdeling van risico’s en aansprakelijkheid komt de bouwsector vaak negatief in de publiciteit, wat het imago van de sector negatief beïnvloedt.’
Uitgangspunten
In het document wordt onder meer beschreven datmeer nadruk moet komen te liggen op samenwerken in plaats van een hiërarchische opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie. Ook moet in een vroeg stadium open gecommuniceerd worden over risico’s, informatiebehoefte en problemen die de partijen bij een project tegenkomen. Ook zou de regeldruk bij aanbestedingen verminderd dienen te worden. Bij elkaar zouden de afspraken tot lagere transactie- en faalkosten moeten leiden, waardoor de belastingbetaler meer waar voor zijn geld krijgt.
Het invoeren van een andere aanpak komt op een belangrijk moment. De komende jaren staan een aantal omvangrijke infrastructuurprojecten op de rol. Bij het wegennet gaat dat onder meer om de A27, die onder meer bij Utrecht verbreedt en aangepast zal worden. Dat project kost naar verwachting €1,2 mrd. Verder wordt dit jaar een begin gemaakt met het Hoogwaterbeschermingsprogramma om de Nederlandse dijken en waterkeringen toekomstbestendig te maken. Tot 2028 wordt hier €4,5 mrd voor uitgetrokken.