CW1884 schreef op 9 februari 2016 16:54:
[...]
Had ik niet van u verwacht, dat het nog zover zal komen. Ik zal het u proberen uit te leggen door middel van de basisschoolpraktijk.
Voorbeeld 1Jantje heeft een koekje (verkopen). Hij moet deze delen met twee andere personen (Pietje en Klaasje). Ieder krijgt een verschillend deel. Pietje krijgt 1/3 (33%) van het koekje, Klaasje krijgt 1/4 (25%) van het koekje en Jantje zelf de rest (42%).
Nu heeft Jantje hetzelfde koekje (verkopen) en er komt iemand bij, namelijk Gerard (Colombia). Hij moet het koekje opnieuw gaan delen. Jantje besluit dat hij Pietje nu 1/4 (25%) van het koekje geeft, Klaasje krijgt nu nog 1/5 (20%) van het koekje, Gerard krijgt nu 1/6 (16,67% van het koekje en Jantje nu nog 38,33% van het koekje.
Conclusie de verkopen zijn gelijk gebleven (1 koekje), maar de percentages naar beneden doordat er een land bij is gekomen (Gerard/Colombia)
Voorbeeld 2 (Iets moeilijker)Omdat Jantje heeft moeten inleveren besluit Jantje de volgende dag ipv 1 koekje, 2 koekjes mee te nemen (verkopen stijgen). Echter het gevolg is, dat er zich meerdere personen melden, die nu ook een stukje koekje willen hebben (Venezuela, Panama etc.). Jantje besluit om hierin mee te doen. Pietje krijgt hierdoor een iets groter deel van het eerste koekje (verkopen stijgen) 1/3 deel van koekje A, dit is groter dan 1/4 deel van het ene koekje van gisteren, maar het deel van het geheel is nu 1/6 (16,67%). Met andere woorden. Pietje krijgt een groter stuk koek (meer verkopen), maar het percentage is gedaald.