#forreal schreef op 28 augustus 2015 09:33:
www.rtlnieuws.nl/economie/home/voorde...Regeringspartijen VVD en PvdA zijn het eens over een nieuwe manier om vermogensbelasting te heffen. Daarbij gaan mensen met meer geld meer belasting betalen, terwijl kleinere spaarders juist beter af zijn.
Haagse bronnen bevestigen het bericht in Het Financieele Dagblad. Het tarief voor de vermogensbelasting van 30 procent blijft, maar het fictieve rendement van 4 procent waarmee tot nu toe wordt gerekend wijzigt vanaf 2017. In de eerste plaats gaat de vrijstelling omhoog van 21.000 euro naar 25.000 euro per persoon. Over dat bedrag hoeft dus geen vermogensbelasting te worden betaald. Verder gelden voor mensen met een groter vermogen schijven met oplopende fictieve rendementen waarmee wordt gerekend.
Voor de eerste 100.000 euro na de vrijstelling geldt een fictief rendement van 2,9 procent. Mensen die tot een miljoen bezitten krijgen te maken met een fictief rendement van 4,7 procent. Nederlanders die meer dan een miljoen hebben betalen 5,5 procent.
Percentages jaarlijks aangepast
De fictieve rendementen liggen niet vast, maar worden jaarlijks aangepast. Voor het fictieve rendement voor de laagste schijf geldt de gemiddelde rente over de afgelopen vijf jaar. Voor de hogere schijven geldt een mix van de gemiddelde rente én rendementen op een mandje aandelen.
Bij de vermogensrendementsheffing gaat de fiscus voor de berekening hoeveel vermogensbelasting mensen moeten betalen niet uit van de werkelijke rendementen die mensen halen, maar er wordt voor het gemak gerekend met een bepaald rendement. Dit fictieve rendement is nu nog 4 procent. Het maakt dus niet uit of je geld op een spaarrekening hebt staan en minder dan 1 procent per jaar krijgt, of dat je geld in aandelen hebt zitten en misschien wel 10 procent per jaar mee verdient.
Groter vermogen, meer rendement
Bij de invoering van de vermogensrendementsheffing lag de spaarrente veel hoger dan nu en de beurs floreerde. Veel beleggers vonden het dan ook een prima idee dat de fiscus er vanuit gaat dat mensen 4 procent op hun geld verdienen. Inmiddels is de spaarrente echter aanzienlijk gedaald, tot zo'n 1 procent. Mensen met niet zo'n groot vermogen zullen in eerste instantie een groot deel van hun geld op de bank zetten. Je wilt immers iets achter de hand hebben voor als de wasmachine stuk gaat. Als mensen meer geld hebben zullen ze dat ook steken in bijvoorbeeld obligaties en aandelen. Op de langere termijn worden daarop hogere rendementen behaald, vooral op aandelen.
Nu zijn rijkeren dus nog in het voordeel, omdat zij over het algemeen hogere rendementen kunnen behalen. Dat wordt nu ondervangen.