Verwachtingen:
IEA: vraag naar ruwe olie keert terug bij ongewijzigd beleid, ondanks corona
Zonder extra maatregelen tegen klimaatverandering schiet de vraag naar olie weer snel terug naar niveau van voor de coronacrisis. Dat stelt het IEA in de dinsdag verschenen World Energy Outlook.Uitblijven van economisch herstel kan de vraag dempen, maar lagere economische groei is niet zonder meer goed voor het klimaat.Agentschap roept op tot groen herstel, waarbij investeringen in duurzame energie voor banen en schonere lucht moeten zorgen.
Zonder drastisch ingrijpen van de overheid blijft de vraag naar ruwe olie nog zeker tien jaar groeien. Dat staat in de World Energy Outlook, die het Internationaal energieagentschap (IEA) dinsdag publiceert.
Volgens het IEA kan de wereldwijde vraag naar olie al rond 2023 terug zijn op het niveau van vóór de coronacrisis, om daarna tot zeker 2030 verder te stijgen. Het agentschap rekent dan met een scenario waarin geen extra maatregelen worden genomen om de opwarming van de aarde tegen te gaan en er wordt uitgegaan van een spoedig economisch herstel na de crisis.
Debat over vraag naar olie
De jaarlijks gepubliceerde Outlook geldt als een gezaghebbende bron over de energiemarkt. Dit jaar keek de energiewereld met nog meer aandacht dan normaal uit naar de publicatie van het bijna 500 pagina's tellende boekwerk. Er woedt namelijk een fel debat over het vraagstuk of de vraag naar olie, nu nog de belangrijkste grondstof ter wereld, ooit nog terugkeert.
De Britse oliemaatschappij BP stelde vorige maand in een eigen studie dat de groei er in ieder geval uit is. In geen enkel toekomstscenario van BP gaat de vraag naar olie noemenswaardig omhoog. En in twee van de drie scenario's gaat de vraag zelfs hard omlaag, veel sneller dan gedacht. De oliemaatschappij wil zichzelf in de komende jaren opnieuw uitvinden als leverancier van schone energie.
Pessimisme
Het IEA is, vanuit milieuoogpunt gezien, in het eigen basisscenario een stuk pessimistischer dan BP. In dit scenario groeit behalve de vraag naar olie ook de uitstoot van CO2, een belangrijk broeikasgas. Die stijging is veel minder groot in het IEA-scenario, waarin de coronacrisis langer duurt en het economisch herstel tegenvalt. De vraag naar olie neemt dan ook veel minder toe, maar het IEA stelt dat een lagere economische groei geen goede strategie is om de opwarming van de aarde tegen te gaan.
In dat geval blijven namelijk de noodzakelijke investeringen in duurzame energiebronnen uit, waardoor de uitstoot van broeikasgassen onvoldoende omlaag gaat. De verlaging van de CO2-uitstoot is ook in dit scenario niet voldoende om de klimaatdoelen van het Akkoord van Parijs te halen. De omschakeling naar schone energie zou bovendien voor banengroei moeten zorgen.
Het IEA wijst er eveneens op dat ook op de energiemarkt de zwakste groepen het meest te lijden hebben onder de crisis, en dat bijvoorbeeld in Afrika nog steeds veel mensen niet over toegang tot een elektriciteitsnet beschikken.
Omslag naar schone energie
De klimaatwaakhond uit Parijs, die na de oliecrisis in de jaren 70 werd opgericht door de olie-consumerende landen, hamert net als voorgaande jaren op meer sturing vanuit de overheid om de omslag naar schone energie mogelijk te maken. In de laatste twee toekomstscenario's gebeurt dat veel meer dan nu het geval is en kunnen de klimaatdoelen alsnog gehaald worden.
In tegenstelling tot ruwe olie lijkt steenkool als fossiele brandstof in alle scenario's van het IEA op zijn retour. Het aandeel van steenkool in de energiemix zal ook in het eerste, minst 'groene' scenario blijven dalen. Het IEA ziet daarentegen in alle toekomstscenario's een glansrol voor zonnepanelen als energiebron. In het eerste scenario groeit de capaciteit voor de opwekking van elektriciteit door zonnepanelen tot 2030 met gemiddeld 12%.
Volgens het IEA komt dit doordat het plaatsen van zonnepanelen vanuit de overheid wordt ondersteund, en omdat het steeds makkelijker en goedkoper wordt om de panelen te financieren.
FD.nl