Aan de late kant:
Shell moet boeten voor zijn openheid
In het kort:
- Alle oliebedrijven krijgen een klap door de lage olieprijs.Toch presteren Amerikaanse bedrijven beter dan Europese, met Shell als grootste daler.
- Een verklaring is dat Shell meer voorspellingen doet, en dus harder wordt afgestraft.
- Amerikaanse bedrijven zeggen minder, dus kunnen op minder worden afgerekend.
Shell beleeft een annus horribilis. De koers van het olie- en gasbedrijf is dit jaar gehalveerd. De olieprijs is onderuit gegaan door de enorme vraaguitval vanwege corona en onenigheid tussen Saoedi-Arabië en Rusland over het terugbrengen van de olieproductie. Shell schreef miljarden af en verlaagde voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog het dividend. Maar opvallend genoeg doen de Amerikaanse oil majors het in exact dezelfde markt veel beter.
Al is 'minder slecht' toepasselijker. Het aandeel Shell verloor dit jaar 52%. De koers van BP daalde in Londen met 43%. En in Parijs staat Total dit jaar op een min van 38%. In de VS zijn ExxonMobil en Chevron vaandeldragers van de olie- en gasindustrie. ExxonMobil staat dit jaar op een verlies van 40%, Chevron op -30%.
Voorspellingen
Chevron is dus de relatieve winnaar, terwijl Shell de hardste tik heeft gehad. Alsnog zijn er in de hele breedte honderden miljarden aan beurswaarde verdampt. Olie en gas is een wereldmarkt en deze bedrijven zijn actief van Australië tot Zwitserland, waarbij dit soort oil majors elk bijna een staat op zich vormen. Hun begrotingen zijn groter dan van menig Afrikaans land, hun ceo's zitten aan tafel bij wereldleiders en de bedrijven spreken een eigen Engels oliejargon. Waarom is Shell dan de achterblijver?
Mogelijk omdat het Brits-Nederlandse concern relatief 'open' is. Dat klinkt contra-intuïtief voor een bedrijf dat wereldwijd tientallen persvoorlichters in dienst heeft voor lastige vragen en voor buitenstaanders nauwelijks te doorgronden is. Maar Shell publiceert bijvoorbeeld een voorspelling over de olieprijs. Op zo'n outlook wordt een bedrijf afgerekend. Als olieprijzen lager zijn dan verwacht, moet een bedrijf afboeken: dat is wat Shell en BP hebben gedaan.
Het toonaangevende adviesbureau Wood Mackenzie noemde de afboeking van Shell eind juni 'meer dan een boekhoudkundig aspect'. 'Het betreft fundamentele veranderingen die de hele olie- en gassector raken.'
Noodzakelijk
Uiteraard kampen ook Amerikaanse oil majors met deze fundamentele veranderingen. Alleen zeggen zij doorgaans minder. Ze maken hun ramingen voor de olieprijs niet bekend, en dus ontbreekt het aan spreekwoordelijke stippen op de horizon. Beleggers blijven dus meer in het ongewisse. 'Amerikaanse bedrijven rapporten over het algemeen niet veel meer dan noodzakelijk', zegt Thijs Berkelder, de analist van ABN Amro die Shell volgt.
‘Amerikaanse bedrijven rapporten over het algemeen niet veel meer dan noodzakelijk’Thijs Berkelder, analist ABN Amro
Shell deed vorige week een afboeking van $18 mrd op zijn bezittingen, iets dat een maand eerder was aangekondigd. BP kwam in juni met een afschrijving van $17,5 mrd. Chevron kwam eind vorig jaar met een afboeking van $10 mrd, vooral op schaliegas, maar heeft nog amper afgeboekt door de forse prijsdaling van olie en gas dit jaar.
Lovenswaardig
Afschrijvingen zijn afhankelijk van een waslijst aan variabelen. 'Welke discontovoet gebruikt een bedrijf, wat zijn de ramingen voor de toekomstige CO2-prijs, waardeert een onderneming alleen de bewezen olie- en gasreserves of ook de waarschijnlijke reserves, et cetera, et cetera', zegt Berkelder. Zijn conclusie: een bedrijf kan eigenlijk alle kanten op, zolang de accountant en de SEC het maar accordeert.
Dat is de Amerikaanse beurstoezichthouder. BP en Shell hebben ook een notering in de VS, dus hebben ook met de SEC te maken. Dat deze Europese bedrijven midden in het jaar hun afschrijvingen bekendmaken, 'dat is te loven', zegt de ABN analist. 'Meestal worden dit soort afboekingen pas tegen het einde van het jaar gecommuniceerd.' Hij verwacht dat later dit jaar alsnog de afschrijvingen bij de Amerikaanse oil majors.
Juridisch
Die staan onder toenemende druk om ook meer informatie te verschaffen aan beleggers. Grote Amerikaanse pensioenfondsen willen dat Chevron en ExxonMobil ook hun prognoses over de olieprijs bekendmaken. Shell rekent voor dit jaar op gemiddeld $35 per vat, en over twee jaar op gemiddeld $50. Waarmee de Amerikanen rekenen voor hun aannames, weet de buitenwereld dus niet.
Of de bedrijven ook buigen voor de druk van hun aandeelhouders, is maar de vraag. In Europa is er, tot aan de Europese Commissie aan toe, serieus werk gemaakt van 'Integrated reporting': jargon voor niet-financiële informatie die wordt meegenomen in jaarverslagen.
Rulesbased
Maar uit een vorig jaar verschenen Amerikaans onderzoek bleek dat de VS een achterblijver is in deze vorm van financiële verslaggeving. Het onderzoek ging niet over olieconcerns, maar focuste zich bedrijven die allemaal vrijwillig voldeden aan de Integrated reporting. De onderzoekers wezen meer op de 'regels zijn regels' benadering van Amerikaanse bedrijven en op de juridificering van de samenleving in de VS. Anders gezegd: als een bedrijf voor de rechter gedaagd kan worden door een verkeerde prognose, zeker wanneer die niet-financieel is, waarom zou zo'n bedrijf dan nog een voorspelling geven?
FD