Bijzondere avond allen! toen ik zojuist in de aanloop naar dit lokaal het pleintje wilde oversteken, ontwaarde ik, komende vanaf de voegenkerk, een zwarte schicht... Jawel... Tante Neeltje met haar witte poedeltje.
Toen ze mij in het oog kreeg, maakte ze een haar kenmerkend kort en gebiedend gebaar en riep; jip... luister!
gister kwam ik hier die Beets tegen en die beweerde op weg te zijn naar die weer heropende schandkroeg, en hij beweerde de mede exploitant ervan te zijn geworden... Zeg jip dat kan toch niet waar zijn, vroeg ze met een snik, ik bedenk me nog zo de woorden van zijn moeder, gesproken na zijns eerste geboorte jaar!
Wat, lieve tantetje heeft zij dan gesproken, vroeg ik haar.
Ag, jippert, zij sprakmtoen deez' woorden;
"Dit, oudste Jongen! hopen wij
Dat vast sta en beklijve:
Dat ge edel, eerlijk, vroed en vroom
Een Man wordt, zonder blaam of schroom,
In woord en daad waarachtig,
En aan zijn God gedachtig."
En nu jip, sprak tantetje, nu is hij uitgetreden uit het rechtzinnig wachttorengenootschap en gaat hij mede verantwoording dragen voor het leugenachtig pandje, ach Nicolaas, bewaar het pand toch jong! Kreet ze met opnieuw een snik.
Nou ja, u begrijpt wel, ik heb haar zo goed en zo kwaad als mogelijk proberen gerust te stellen; ach het zal zo'n vaart niet lopen, enz...
Misty... Voor mij een dubbele, en de andere bezoekers ook wat hen belieft.
groetjip