Shell boert goed in het Nigeriaanse moeras
Vervuiling en corruptie maken het werken voor Shell in Nigeria een helse klus, maar de wederzijdse economische belangen maken veel goed.
De bus met journalisten en Shell-medewerkers staat stil. Woensdagmiddag, half vier, Peter Odili Road in Port Harcourt, Nigeria. Muurvast in de file. Straathandelaren wandelen tussen de jeeps, taxi’s en auto’s die lang geleden zijn geïmporteerd uit Europa. Op hun hoofd manden met water, dvd’s of bananenchips. Ogenschijnlijk is dit een stad als alle andere in Afrika: laagbouw, grote drukte, hopeloos verkeer.
Alleen is Port Harcourt de stad die toegang biedt tot de Nigerdelta. In dat gebied in het zuidoosten van Nigeria pompt Shell in een joint venture met de Nigeriaanse overheid dagelijks 570.000 vaten olie op. En de Nigerdelta is een permanent onrustige regio. Gewapende rebellen ontvoeren oliewerkers, pijpleidingen worden gesaboteerd en incidenteel worden ze opgeblazen.
Daarom zijn Shells veiligheidsmaatregelen kolossaal. Het is expats verboden zonder begeleiding van de enorme Shell-compounds in Port Harcourt af te gaan. ‘Zeker niet iemand van jouw kleur’, zegt een Nigeriaanse Shell-medewerker. ‘Als ze weten dat je met Shell mee bent, ben je miljoenen waard.’
Kalashnikovs
Het oliebedrijf vervoert zijn expat-medewerkers in een gewapend konvooi. In de bus die vaststaat in de file, zitten zestien mensen. Zeven journalisten uit Europa die mee zijn op een Shell-persreis, net zoveel communicatiemedewerkers van Shell, de chauffeur en nog iemand die permanent over onze veiligheid waakt. Voor en achter de bus rijden jeeps met bewakers in blauwe uniforms. Ze hebben kalashnikovs op schoot.
Eerder deze woensdag voert de persreis naar Bonny Island. Daar staat een van ’s werelds grootste lng-installaties en Shell heeft er een belang in. Vanuit Port Harcourt gaan er snelboten naar het eiland: catamarans die over het water stuiteren, langs de kleine houten bootjes met vissers die hun netten uitwerpen. De catamarans worden geflankeerd door een beveiligingsbootje dat over het water raast. Voorop staat een mitrailleur, om de rebellen af te schrikken en als dat niet werkt ook daadwerkelijk op hen te schieten. Deze woensdag geen rebellen.
Maar bij terugkeer van Bonny Island staat de bus dus vast in het verkeer. Opeens gaat alles snel. Bewakers springen uit de jeep die voor de bus rijdt. Met hun machinegeweren rennen ze langs de stoet stilstaande auto’s. De wagens gaan aan de kant. De Shell-bus kan doorrijden.
Economische bijdrage
Wat is de rol van Shell in de Nigerdelta? Shell-topman Ben van Beurden graag wil dat het bedrijf wordt gezien als ‘force for good’. De economische bijdrage van Shell kan niet worden onderschat (kader 1). Maar de vervuiling net zo min (kader 2).
Dat is vanuit de helikopter goed te zien. Dagelijks maakt Mpakaboni Jack voor Shell vluchten over de Delta. Hij overziet de kreken die als spaghettislierten in de eindeloze mangroves liggen. Als teamleider pijpleidingveiligheid zoekt hij naar signalen van oliediefstal.
Dode bomen
De witte helikopter heeft Port Harcourt nog maar net verlaten of we zijn al boven het moeras. En daarmee boven de zichtbare vervuiling. Overal drijft olie. In de kreken, in de bredere gedeeltes, in de kleine poeltjes. Nu en dan is er een dorpje. Her en der liggen dode bomen in het vervuilde water. Af en toe vaart er een boot.
Maandagmiddag staat er diep in de Delta een boot in de fik. Metershoge vlammen, een enorme rookwolk. De helikopter cirkelt erboven. Oliedieven hebben daar een pijpleiding afgetapt, zegt Jack als hij terug is op de helikopterbasis.
Misschien maakten de dieven een fout waardoor de boel vlam vatte. Vaak zijn er provisorische raffinaderijen waar olie wordt gekookt. De andere mogelijkheid is dat de autoriteiten zijn getipt over de diefstal. ‘Dan komen ze langs en gooien ze een lucifer in de boot.’ De brand kan wel een dag duren.
'Derde partijen'
Dergelijke diefstallen zijn de hoofdoorzaak van de vervuiling, zegt Shell. In 2016 waren er zeven zogeheten ‘operational spills’, dus olie die de Delta in sijpelt omdat er een leiding was geknapt. Volgens berekeningen van het bedrijf waren er afgelopen jaar 45 spills gerelateerd aan ‘derde partijen’. Dat is een eufemisme voor diefstal. In 2015 waren dat er zelfs 93.
Het beveiligen van de oliepijpleidingen is werk voor de overheid. De Delta is enorm. Over de weg duurt een tocht van dertig kilometer al snel anderhalf uur. Wegen hebben kuilen zo groot als eettafels.
Er zijn 135 landen die minder corrupt zijn dan Nigeria. 'Het spijt me dit te zeggen, maar de Nigeriaanse overheid geeft er helemaal niets om’, zegt Inemo Samiama, die bemiddelt in een conflict tussen Shell en een lokale gemeenschap in de Nigerdelta.
Oorlogsretoriek
Om het illegale aftappen en andere sabotage tegen te gaan is het zaak de ‘hearts and minds’ van de mensen in de delta te winnen. Dat zegt Afohron Sekobe, die zich bij Shell bezighoudt met de beveiliging van pijpleidingen, in een ruimte met airconditioning op de derde verdieping van een groot gebouw op een van de twee Shell-compounds.
Hearts and minds, dat klinkt als oorlogsretoriek. ‘Nou ja, in 2008 werden er pijpleidingen opgeblazen.’ De Nigerdelta zal altijd een lastig gebied blijven, verwacht Sekobe. ‘Het is moeilijk om deze regio voor te stellen zonder diefstal. Sommige gemeenschappen vinden het heel normaal.’
Vervuiling als verdienmodel
Shell zegt de vervuiling te zullen opruimen, ook als sabotage de oorzaak is. Begin 2015 trof het bedrijf een voorziening van €70 mln voor het schoonmaken van het dorp Bodo, zo’n 50 kilometer ten zuidoosten van Port Harcourt. Daar barstte in 2008 een pijpleiding. Volgens sommige schattingen was de vervuiling in het gebied waar 70.000 mensen woonden, vergelijkbaar met de natuurramp van de Exxon Valdez.