‘Ons aanbod krimpt omdat ons personeel ziek thuiszit'
15 tot 25 procent van het personeel van het Oost-Vlaamse voedingsbedrijf Ter Beke zit ziek thuis. Het coronavirus doet de kosten van de maker van Come à Casa-lasagne stijgen, maar topman Francis Kint blijft positief. ‘Ook de verkoop steeg de voorbije weken.’
Net als veel andere bedrijfsleiders staat Francis Kint (58) voor een van de grootste uitdagingen uit zijn carrière. Hij moet zijn bedrijf veilig door de coronacrisis zien te laveren. Dat betekent in zijn geval voldoende Come à Casa-lasagne en charcuterie in supermarkten doen belanden in de 36 landen waarin Ter Beke actief is.
De topmanager merkt hoe de kosten de jongste weken oplopen en hoe het door strengere grenscontroles moeilijker wordt om zijn twaalf fabrieken in België, Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Polen van voldoende grondstoffen te voorzien. ‘We hadden onlangs problemen om tomatenpuree en pasta-ingrediënten naar onze fabriek in Polen te exporteren. Polen houdt zijn grenzen strenger dicht dan andere landen. Maar uiteindelijk is het ons toch gelukt.’
…
‘Mijn dagen zien er niet drastisch anders uit dan voor de coronacrisis. Sinds enkele weken houden we wel dagelijks een coronavergadering met de directeurs van de fabrieken in de landen waarin we actief zijn. Het ziet er niet naar uit dat we snel minder zulke vergaderingen kunnen houden, want elke dag verandert de situatie’, zegt hij. ‘Ik word ’s morgens ook wat vroeger wakker dan anders. Want ik wil weten hoe het met de afwezigheidscijfers in onze fabrieken zit.’
Die zijn hoog, net als bij veel andere bedrijven. ‘Naargelang de fabriek is 15 tot 25 procent van het personeel afwezig. De werknemers zijn ziek of zitten in quarantaine omdat ze contact hadden met coronapatiënten. Die mensen zijn legitiem afwezig. Het is moeilijk hen zomaar te vervangen door uitzendkrachten, want het werk dat ze doen is heel specifiek.’ In het ene land ligt het afwezigheidscijfer hoger dan in het andere, maar details geeft Kint niet.
Hij blijft positief. ‘75 tot 85 procent van onze mensen komt wel werken en we zien almaar meer mensen uit ziekteverlof terugkeren. De jongste dagen slaap ik weer beter. Ook omdat we voorlopig nog weinig coronapatiënten onder onze medewerkers tellen. In onze Engelse fabrieken zijn er helaas wel enkele.’
Het afwezigheidscijfer heeft belangrijke gevolgen voor zijn bedrijf. ‘We gaan ons aanbod vereenvoudigen. Daarover voeren we momenteel gesprekken met de supermarkten, onze klanten. We gaan meer focussen op standaardproducten om de druk op de productie te verlagen.’
Een aantal bereide maaltijden maakt Ter Beke binnenkort niet meer. Welke is nog niet helemaal duidelijk, maar de klassieke lasagne bolognaise heeft meer prioriteit dan speciale lasagnes.
‘Ook bij de charcuterie weren we producten met kleine oplages. De supermarkten hebben begrip voor de situatie. Ze vinden de basisbevoorrading belangrijker dan een focus op speciale producten. Hun klanten zijn vandaag minder op zoek naar nicheproducten.’
Ter Beke doet zijn best om personeel veilig te laten werken. ‘We leggen in onze fabrieken de nadruk op afstand houden en handen wassen. We hebben stoelen in de refters weggenomen, zodat mensen ver genoeg van elkaar zitten. Bijna iedereen draagt een mondmasker en aan de band laten we meer plaats tussen de mensen, ook al verloopt de productie daardoor trager. We plaatsen ook plexiglas om werknemers te beschermen.’
Heel wat ondernemers zeiden deze week dat de regering het te aantrekkelijk maakt om niet te werken. ‘Die bezorgdheid deel ik’, zegt Kint. ‘De kloof tussen werken en niet werken is klein.’
Toch is hij tevreden over hoe de overheid de crisis aanpakt. ‘De maatregelen ondersteunen bedrijven en mensen.’ Hij is positief over het noodfonds van 50 miljard euro dat de regering en de banken deze week lanceerden. ‘Het beschermt de zwakste schakels in de productieketen en dat is heel belangrijk. De industrie is niet één bedrijf, maar een ketting van bedrijven. Valt een zwakke schakel uit, dan breekt de hele keten.’
Toch zit één ding Kint dwars: de communicatie van de overheid. ‘‘Blijf in uw kot’ is een goede boodschap. Maar de overheid moet de bevolking er ook op wijzen dat bedrijven veiligheidsmaatregelen nemen, dat die gecontroleerd worden en dat het dus mogelijk is veilig te werken.’
Hij wil ook meer erkenning voor zijn personeel. ‘We loven terecht de mensen die in de zorg werken. Mijn gezin en ik hebben ook een wit laken uit het raam hangen. De symboliek van die doeken vind ik prachtig. Maar we zouden er een doek naast moeten hangen met een andere kleur, voor de werknemers in de voedingsindustrie. Zij maken het voedsel dat in de winkels ligt. Het zijn net als dokters en verpleegkundigen helden.’
Kint vecht voor zijn personeel, maar ook voor de winstgevendheid van zijn bedrijf. Dat het meer kost om maaltijden en charcuterie te maken, is een uitdaging. ‘Enkele partners proberen prijsstijgingen door te voeren. Dat is onder andere het geval in de transportsector. Wat dat betreft is het een beetje een onrustige periode.’
Dat de kosten stijgen en nicheproducten - die vaak meer winst opleveren - tijdelijk niet meer gemaakt worden, doet de eigenaars van het bedrijf wellicht zweten. Ter Beke is in handen van de nazaten van Daniël Coopman, die het bedrijf in 1948 oprichtte, en de familie Vanderpluym. Na enkele grote overnames in de voorbije jaren boekt het bedrijf 728 miljoen euro omzet. 28,2 procent van de aandelen staat op de beurs.
Exact een maand geleden had Ter Beke nog een zoete boodschap voor zijn aandeelhouders. ‘De groep vertrouwt erop, behoudens onvoorziene marktomstandigheden, in 2020 het onderliggende ebitda-resultaat van 2018 (qua brutobedrijfswinst een topjaar, red.) te kunnen overtreffen.’ Sinds 17 maart steeg de waarde van het aandeel 17 procent naar 111 euro. Ter Beke wil zijn aandeelhouders dit jaar net als vorig jaar 4 euro brutodividend per aandeel betalen.
Gaat dat nog door? Of zal Ter Beke door de stijgende kosten zijn prognoses aanpassen en zijn dividend verlagen of schrappen, zoals heel wat andere Belgische en buitenlandse bedrijven deze week deden? ‘Het is nog veel te vroeg om een inschatting te maken van de effecten van het coronavirus op onze resultaten’, sust Kint.
Hij wijst op positieve effecten van de crisis. ‘We produceren meer van onze basisproducten. Door hogere volumes kunnen we efficiënter werken. Bovendien steeg onze verkoop de voorbije weken, toen mensen voeding hamsterden. Een belangrijk deel van onze omzet boeken we via supermarkten. Een klein deel gaat naar de horeca, die in veel landen platligt.’
Al volgt na de hamsterbeweging een weerslag: de verkoopcijfers van de voorbije dagen liggen lager dan die van een jaar geleden. ‘Dat is een tijdelijk effect. Als mensen meer thuiszitten, kopen ze meer in de supermarkt.’ (Tijd.be)