2)
De VEB was kritisch over de transactie en het risico op belangenconflicten door de twee petten van Duijvestijn als ceo van Phelix en manager van Mountainshield.
Bonus
De investering in Phelix maakte eind mei 11,7 procent van het MountainShield-fonds uit. De koerswinst op Phelix vertaalt zich dus in een bijdrage aan het rendement van MountainShield van maar liefst 32,3 procent (276 procent maal 11,7 procent).
Aangezien MountainShield een prestatievergoeding van 20 procent in rekening brengt bij haar participanten worden Duijvestijn en zijn MountainShield-collega’s financieel niet slechter van de opmerkelijke koerssprong van Phelix. In een scenario waarin op de laatste handelsdag van deze maand de koers op 3,20 euro zou staan, brengt het MountainShield fonds een prestatievergoeding in rekening van maar liefst 1,3 miljoen euro (circa 20 miljoen euro fondsvermogen x 32,3 procent rendement x 20 procent prestatievergoeding).
Als gerekend wordt met de teruggevallen koers van woensdagochtend (2,60 euro) is de bijdrage van Phelix aan het MountainShield-fonds 24,1 procent. De prestatievergoeding zal in dat scenario circa 960 duizend euro bedragen.
Schaaij exit
Phelix is niet het enige kleine en zeer illiquide fonds waar MountainShield in belegt. Begin deze week werd eveneens bekend dat het fonds 200 duizend aandelen van de Verenigde Nederlandse Compagnie (VNC) overnam van Geert Schaaij. Schaaij is bestuursvoorzitter van VNC en verkocht een deel van de door hem privé gehouden VNC-aandelen aan MountainShield.
Geert Schaaij meldde tegenover nieuwsdienst ABM Financial News dat hij vooral heeft verkocht om “zijn belangen te spreiden”. Ook zou de zelfbenoemde beursgoeroe een aantal privé investeringen willen doen.
VNC is een investeringsmaatschappij waarin vooralsnog alleen onderdelen van de DGB Groep (energiebedrijf voor agrariërs) via een omgekeerde overname werden ingebracht. De VEB was halverwege maart kritisch over de transactie omdat VNC-ceo Schaaij verzweeg dat het eigen vermogen van DGB Groep jarenlang negatief was, en de accountant meerdere jaren geen goedkeurende accountantsverklaring had.
Door de gebrekkige informatie die VNC naar buiten brengt is het buitengewoon lastig om het bedrijf te waarderen.
Een maand geleden liet VNC overigens wel via een persbericht weten dat “de integratie (van DGB Groep, redactie) mede wordt bemoeilijkt doordat de boekhouding van die bedrijven geheel moet worden omgezet voor de VNC geldende regels, en dat blijkt lastiger dan verwacht”.
Stevige risico’s
Participanten in MountainShield moeten zich realiseren dat het fonds voor een groot deel uit illiquide en kleine beursfondsen bestaat. Door de flinke koersstijging van Phelix is de blootstelling van MountainShield aan dit fonds nu een kleine 30 procent (gerekend met beurskoers van 2,60 euro).
Als we daar de blootstelling aan Schaaij’s VNC – de recent aangeschafte aandelen en de eerder afgenomen converteerbare obligatie met hoofdsom van 1,2 miljoen euro bij optellen, bedraagt de totale blootstelling aan (potentiele) reverse-listing-beursfondsen bijna 40 procent.
MountainShield gebruikt de beurskoersen van deze bedrijven om het rendement van het fonds te bepalen, maar het is zeer de vraag of de werkelijke waarde ook maar in de buurt komt van de koersen die op de borden staan. Ook moeten beleggers zich realiseren dat de aandelen van deze beursfondsen slecht verhandelbaar zijn. Kleine aan- en verkopen kunnen de koers tientallen procenten hoger, maar ook lager zetten.
In een scenario waarin beleggers, om wat voor reden dan ook, uit MountainShield stappen zal het fonds waarschijnlijk eerst de meer liquide beleggingen verkopen, waardoor de achterblijvers met slecht verhandelbare small cap posities zouden kunnen blijven zitten.
Aangezien beleggers in MountainShield op maandbasis in en uit kunnen stappen moet een belegger de vraag stellen of het verantwoord is om een belangrijk deel van de portefeuille in matig verhandelbare fondsen te beleggen.