Ter info. FD
Op de Tweede Maasvlakte draagt Sif bij aan de hoogste windturbines op zee
Op de rand van de Tweede Maasvlakte staat de fabriek van Sif, dat funderingen voor windturbines op zee maakt. Vanaf Rotterdam is dat nog drie kwartier rijden en op de route naar het einde van Nederland kom je langs grote olietanks, distributiecentra en een beschermd natuurgebied in de duinen.
Voor Sifs fabriek staat de grootste windmolen die zich op land bevindt ter wereld. Die wekt energie op, goed om 16.000 huishoudens een jaar van stroom te voorzien. De bladen zijn 110 meter lang, maar vallen in het niet bij de enorme roestige buizen die ernaast liggen. De holle buizen van staal, funderingen voor windmolens, zijn klaar om verscheept te worden naar windmolenparken op zee.
Die funderingen, zogeheten monopiles, hebben nu nog een lengte van maximaal 120 meter en een diameter van 9 meter, maar door de nieuwe fabriek worden die nog groter.
Klimaatplannen
En dat is hard nodig. In 2030 wil Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie (D66), dat 70% van het Nederlandse elektriciteitsverbruik uit wind- en zonne-energie komt. Meer dan de helft daarvan komt dan van windenergie op zee, dat een capaciteit moet krijgen van 21 gigawatt in 2030, goed voor 75% van het huidige energieverbruik in Nederland. In 2050 moet er voor 70 gigawatt aan windvermogen op zee staan.
Om de ambitieuze doelen te bereiken, zijn enorme windmolens nodig. Want bij windmolens geldt: hoe groter, hoe efficiënter stroom wordt opgewekt. De windturbines krijgen een steeds grotere omvang en berusten allemaal op een fundatiebuis, die vooral bij Europees marktleider Sif vandaan komt.
Op woensdag lichtte Sif zijn plannen toe. Pal naast de fabriek die er al acht jaar staat, komt een nieuwe. Op 20 extra hectaren wordt sinds deze maand een nieuwe fabriek gebouwd die in 2025 op volle toeren gaat draaien. Het bedrijf verwerkt dan per jaar veel meer staal, niet 200 kiloton maar 500 kiloton per jaar, tot monopiles van 150 meter hoog.
Urgentie
In de bestaande fabriek laat de productiemanager zien hoe stalen ringen de fabriek op hun kant binnenkomen. Die worden gelast, geslepen en gecoat tot een product dat aan het einde van de hal klaar is om de zeebodem in te gaan. Terwijl de productiemanager dit vertelt, loopt hij met zijn schoenen met stalen neus door een ring. In de fabriekshal, die oneindig lijkt, liggen meerdere monopiles op hun kant.
Het ministerie van Economische Zaken was bang dat de klimaatplannen in gevaar kwamen zonder de fabriek en heeft investeringsvehikel Invest-NL opdracht gegeven Sif 'terstond' €65 mln te lenen, zo bleek in februari. De uitbreiding kost in totaal €328 mln en het ministerie staat garant voor deze lening. Niet eerder kreeg Invest-NL opdracht een dergelijke lening te verstrekken zonder zorgvuldig financieringsproces vooraf.
Om de fabriek te realiseren heeft het bedrijf geld geleend en aanbetalingen ontvangen van klanten als Shell, Eneco en Equinor. Die laatste, het Noorse staatsolie- en gasbedrijf, heeft ook nog eens €50 mln aan aandelen gekocht.
Volgens Fons van Lith, hoofd investment relations, maakt de ingreep van Economische Zaken duidelijk hoe urgent hun product is. Dat vertelt hij op de directieboot, die een ronde vaart over de nieuwe havens van de Tweede Maasvlakte. Hij valt in voor de ceo, die vanwege een bedrijfsongeval afwezig was. De energietransitie lijkt hier samen te komen: naast de fabriek van Sif bouwt Siemens aan windturbines en daar weer naast is Neste bezig met het vervaardigen van biobrandstoffen.
Ondertussen vliegen de vonken van het slijpen door de fabriekshal. Sommige ringen draaien rond, zodat elk stuk langs twee vlammen draait om gelast te worden. Eerst ontstak gas die vlammen, maar in de toekomst gaat het bedrijf over op inductie: 'Wat zouden wij voor bedrijf zijn als we niet zelf ook ons steentje bijdragen?' zegt Van Lith.