Nederland is het best voorbereid om zelfrijdende auto op de weg te testen
Opinie | Erik Arends, consultant mobiliteit bij AT Osborne
Dagelijks verschijnt in de media berichtgeving over de zelfrijdende auto, waarin pilots worden aangekondigd en de uitrol van de technologie aanstaande lijkt te zijn. Het is tijd om de stand op te maken en uiteen te zetten hoe ver de ontwikkeling staat, wat de publieke opinie is en welke stappen ondernomen dienen te worden voor een veilige introductie van de technologie.
Ondanks berichtgeving en vele beloftes van autofabrikanten kunnen we tot op de dag van vandaag geen gebruik maken van volledig zelfrijdende technologie. Pilots komen mondjesmaat van de grond en autofabrikanten stellen de eerder gestelde doelen uit, waarbij de consument in het ongewisse gelaten wordt.
Om grip op de zaak te krijgen is het essentieel te weten wat onder de zelfrijdende auto wordt verstaan. De Amerikaanse National Highway Safety Administration biedt de meest gebruikte classificatie van zelfrijdende auto’s, waarin de automatisering van het voertuig wordt ingedeeld in 6 'levels'. Niveau 0 beschrijft ‘geen automatisering’ en niveau 5 staat voor ‘volledige automatisering’, ofwel het autonome voertuig.
De welbekende autopilot van Tesla kan worden ingedeeld onder level 2, 'gedeeltelijke automatisering', waarbij deze neigt naar level 3. De uitrol van een level 5-voertuig, waarbij de auto overal en onder alle condities zelfstandig kan rijden, lijkt vooralsnog ver weg te zijn. Sommige experts voorspellen dat dit niveau bereikt zal worden over circa vijftig jaar, terwijl anderen sceptisch zijn en geloven dat dit nooit gehaald wordt.
Dat wetenschappers het op dit moment niet met elkaar eens zijn, is deels te verklaren doordat zij zich baseren op een klein aantal wetenschappelijke studies. Dit resulteert bovendien in een tweestrijd in de voorziene impact op de maatschappij, waarbij een onderverdeling gemaakt wordt tussen utopie en dystopie.
Een groot deel van de mensen lijkt zich vooralsnog achter de utopie te scharen. Dus een wereld waarin de zelfrijdende auto bijdraagt aan een veilig(er) verkeersysteem, opstoppingen worden verminderd of volledig weggenomen. Een samenleving waarin mensen stressvrij forensen, ruimte in de stad vrijkomt door het ontbreken van parkeerplaatsen en waarin de energieconsumptie daalt.
In de dystopische wereld neemt het autogebruik toe, loopt het stedelijk verkeer vast, neemt de ongelijkheid in het verkeersaanbod toe - wie kan het zich wel of niet veroorloven — en stijgt de energieconsumptie. Het is lastig je te positioneren in deze discussie, omdat de huidige kennis van de impact op sociaal, economisch en milieugebied beperkt is.
Bijvoorbeeld is niet bekend of de maatschappij zit te wachten op de zelfrijdende auto. Uit dit jaar gepresenteerd onderzoek van American Automobile Association blijkt dat 63% van de ondervraagden bang is om een zelfrijdende auto te gaan gebruiken. Daarnaast blijkt uit onderzoek uit 2017 van het Massachusetts Institute of Technology dat mensen zich minder comfortabel voelen bij het volledig uit handen geven van de controle. Ondervraagden blijken een voorkeur te hebben voor ondersteunende functies, waarbij de rijder zelf controle houdt over het voertuig.
Diverse onderzoeken leren ons dat personen die ervaring opdoen met - deels - zelfrijdende voertuigen over het algemeen hun houding positief bijstellen. Het lijkt daarom zaak om zo spoedig mogelijk zelfrijdende auto’s aan het grote publiek voor te stellen. Dit omvat iets paradoxaals: Het grote publiek wantrouwt de capaciteiten van de zelfrijdende auto, maar de capaciteiten kunnen pas aan het grote publiek aantoonbaar gemaakt worden bij voldoende vertrouwen.
Uit recent onderzoek van accountantsorganisatie KPMG blijkt dat Nederland het best voorbereid is op de zelfrijdende auto, mede door het goed onderhouden wegennet, de aanwezige digitale infrastructuur en het overheidsbeleid op het testen van zelfrijdende auto’s. Deze goede voorbereiding moet worden gebruikt om de volgende stap te zetten in het wetenschappelijk onderzoek naar de impact van zelfrijdende auto’s.
Overheden en marktpartijen moeten elkaar opzoeken, en middels een publiek-private - innovatieve - samenwerking de zelfrijdende auto op de openbare weg testen. Onder het motto ‘Learning-by-doing’ dragen deze pilots bij aan onze kennis, vergroten ze de acceptatie en kan een gegronde keuze gemaakt worden over de wenselijke toepassing van de zelfrijdende technologie. De Nederlandse pioniersgeest zal ingezet moeten worden om de voorsprong te behouden en voor te sorteren op de zelfrijdende auto.
Erik Arends is consultant mobiliteit bij AT Osborne.