Jaap Koelewijn zegt in ieder geval wel zinvolle dingen (van ad.nl):
'Bescherming maakt multinationals log en lui'
De roep om ‘onze’ bedrijven te wapenen tegen buitenlandse overnames klinkt steeds luider. Maar beschermingsmaatregelen werken juist averechts, stelt hoogleraar Jaap Koelewijn.
Annemieke van Dongen 28-04-17, 18:38
Bescherming tegen overnames maakt grote bedrijven lui en log, stelt Jaap Koelewijn, hoogleraar corporate finance aan Nyenrode. ,,Bedrijven die zich veilig wanen, gaan minder presteren. In het verleden hebben we dat zien gebeuren bij onder meer Philips en ABN AMRO. Dat werden naar binnen gekeerde conglomeraten met veel bureaucratie.
Zulke bedrijven worden weggeconcurreerd door concurrenten die wèl efficiënt werken, en daardoor hun producten goedkoper kunnen aanbieden en beter personeel kunnen aantrekken met hogere salarissen. Zorgen dat je goed presteert is voor een bedrijf dan ook de beste – en enige echte – bescherming tegen een overname.’’
Verhit debat
De strijd om AkzoNobel en (voorlopig) afgeketste overnamepoging van Unilever heeft een verhit debat aangewakkerd over de bescherming van ons economische erfgoed. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat Nederlandse bedrijven buitenlandse 'aasgieren' van het lijf kunnen houden als ze op een agressieve manier proberen de macht te grijpen. Ook het kabinet werkt aan een wettelijke beschermingswal bij vijandige overnames. De politici krijgen niet alleen bijval van de vakbonden, maar ook van werkgeversorganisatie VNO-NCW en tal van coryfeeën uit het bedrijfsleven.
‘Onze’ multinationals kunnen nu snel ten prooi vallen aan op vlugge winst beluste aandeelhouders, waarschuwden bijvoorbeeld Jeroen van der Veer (oud-topman Shell, nu president-commissaris bij Philips en ING) en Jan Hommen (ex-ING, nu president-commissaris bij Ahold-Delhaize). Amerikaanse bedrijven hebben immers de jacht geopend op overzeese concurrenten.
De crisis is voorbij, de lage rente maakt geld goedkoop en de euro-dollarwisselkoers is ook nog eens gunstig. Ze voelen, kortom, het geld branden in hun zak. En met een hoofdkantoor in het buitenland dreigen banen, onderzoeksgeld en invloed uit Nederland te verdwijnen. Bovendien: vergeleken bij Nederlandse ondernemingen, die daarin vaak voorop lopen, hebben buitenlandse bedrijven met duurzaamheid meestal weinig op.
Als het landsbelang in het geding is, moet de overheid een overname van de Tweede Kamer daarom kunnen voorkomen. Uniek is dat niet: in Amerika kan een toetsingscommissie bijvoorbeeld overnames of fusies blokkeren als daardoor essentiële technologie of kennis in handen komt van ongewenste partijen. In Nederland wil de SP het verste gaan. Via een werknemersvergadering, die dezelfde rechten krijgen als een aandeelhoudersvergadering, moet personeel ‘vijandige acties van sprinkhaankapitalisten kunnen dwarsbomen’.
Beschermingsmuur
Het is niet zo dat beursgenoteerde ondernemingen nu weerloos zijn. Bijna alle bedrijven in onze Kaascup hebben beschermingsconstructies die ze bij gevaar in stelling kunnen brengen. Bijvoorbeeld een speciale stichting die extra aandelen kan uitgeven om de besluitvorming te sturen. Een vergelijkbare beschermingsmuur voorkwam vorig jaar dat KPN in handen kwam van het Mexicaanse América Movil.
Tegen écht volhardende kopers hebben zulke verdedigingslinies echter geen zin, zegt directeur Gerard van Vliet van de vereniging van commissarissen en toezichthouders (NCD). ,,Als het bod maar hoog genoeg wordt, gaan de aandeelhouders uiteindelijk toch door de knieën.’’
Beschermingswallen maken Nederlandse bedrijven minder aantrekkelijk om in te beleggen. In een poging nieuwe maatregelen buiten het regeerakkoord te houden, stuurde de koepel van aandeelhouders in Nederlandse beursfondsen daarom al een brandbrief naar de formateur. Ook de vereniging van commissarissen vindt dat de keus voor meer bescherming niet bij de overheid maar bij aandeelhouders ligt.
Van Vliet: ,,Als zij daarmee instemmen, prima. Maar je kunt de regels niet halverwege het spel veranderen.’’ Bovendien, zo merkt hij fijntjes op: ,,Als Nederlandse bedrijven overnames doen in het buitenland, hoor je nooit wat. Typisch voor ons domineesland, dat vermanende vingertje.’’
Koelewijn is überhaupt geen voorstander van beschermingsmaatregelen. Constructies als preferente aandelen en continuïteitsstichtingen zijn volgens hem ‘excuses voor bedrijven die geen optimale prestaties leveren’.
Wel vindt de hoogleraar dat bedrijven die overnameprooi zijn wat tijd gegund moet worden om de neuzen van alle belanghebbenden dezelfde kant op te krijgen en hun strategie te bepalen. ,,Een aantal maanden bedenktijd kan voorkomen dat bedrijven in handen vallen van agressieve rovers.’’
En de bedrijven zelf? Die beseffen ook dat een succesvolle eigen koers de beste bescherming tegen overnames is. Zo antwoordde Shell op de vraag hoe het is beschermd: ,,Wij namen vorig jaar voor 64 miljard euro British Gas over. Dat heeft ons versterkt en voorbereid op de energietransitie in de toekomst.''
AkzoNobel probeert die eigen koers nu naarstig te vinden. Unilever lijkt daarin geslaagd. Het verkoopt zijn margarinemerken, gaat kosten besparen, een hoofdkantoor sluiten en zelf naar een grote overnameprooi op zoek.